Wout van Aert is nooit bang geweest voor pijn, maar in een onthullend en zeer persoonlijk gesprek met The Athletic sprak de Belgische ster openhartig over de fysieke en emotionele last die blessures op hem hebben gelegd.
De littekens, geeft hij toe, vertellen een verhaal dat zelfs hij liever niet elke dag zou lezen.
“Gelukkig zijn veel van mijn littekens bedekt als ik wielerkleding draag, want helaas zijn het er veel”, zei Van Aert. “Mijn knie ziet er behoorlijk slecht uit. En dat maakt het een beetje moeilijker, want elke keer dat je naar beneden kijkt, word je herinnerd aan wat er eerder is gebeurd. Ik zie het niet echt en denk dan dramatisch: ‘Wow, kijk me eens, ik ben trots’. Soms is het pijnlijk, omdat het er elk moment van de dag is.”
Als jonge renner dacht hij dat valpartijen er gewoon bij hoorden. Maar zijn leeftijd en familie hebben zijn pijnbeleving veranderd.
“Als je jonger bent, als je twintig bent, denk je niet eens echt dat je gecrasht bent,” reflecteerde hij. “Maar na een paar blessures begrijp je hoe het is. Elke blessure wordt ingewikkelder, en het helpt niet als je een gezin hebt en kinderen.”
Zijn start in de Giro d’Italia van 2024 werd opnieuw overschaduwd door tegenslagen – ziekte, vermoeidheid en een lichaam dat niet volledig meewerkte. Dat maakte de zege in Siena nog betekenisvoller.
“Met al deze dingen bij elkaar opgeteld, was de zege in Siena iets emotioneler dan normaal,” zei hij.
En toen was er die onvergetelijke zege op de Champs-Élysées – een moment dat op tv beheerst en beheerst leek, maar in werkelijkheid een chaotische waas was.
“Op televisie lijkt het altijd vrij duidelijk wat er gebeurt. Maar op het moment zelf kon ik niets horen,” herinnerde Van Aert zich. Groepen schreeuwden via hun radio om me te steunen. Maar elke keer dat de radio aanstond, dacht ik: verdomme, ze zijn er. Ik kon niet goed terugkijken met de regen en de manches achter me. Pas op het laatste rechte stuk kon ik geloven dat ik zo ver voor lag.”
Ondanks een carrière vol iconische overwinningen, voelt Van Aert nog steeds dat er een onafgemaakt hoofdstuk in zijn verhaal is: de kasseienmonumenten.
“De Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix… die zouden alles voor me betekenen”, gaf hij toe. “Ik heb het gevoel dat ik ze mijn hele carrière al achtervolg. Maar ik blijf ze achtervolgen.”
Voor een renner die zich kenmerkt door veerkracht, hartzeer en adembenemende comebacks, is die achtervolging nog lang niet voorbij. En zolang Wout van Aert blijft vechten, zal de wielerwereld blijven kijken – wetende dat elke triomf een prijs heeft die alleen hij echt begrijpt.










